1. Professionele ontwikkeling
De combinatie van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek biedt medewerkers in de umc’s een werkplek met ontwikkel-, doorgroei- en loopbaanmogelijkheden. We vinden het hierbij belangrijk om aandacht te hebben voor medewerkers van álle kerntaken.
De umc’s willen verder investeren in scholing en ontwikkeling. Daarom maken wij de volgende afspraken voor versterking van professionele ontwikkeling:
- Wanneer in het kader van een persoonlijk opleidings- en ontwikkelingsplan afspraken worden gemaakt over gerichte scholing dan zal de werkgever hiervoor tijd en middelen beschikbaar stellen. De volgende afspraken worden in de cao opgenomen:
- Bijblijven door scholing en ontwikkeling is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. De werknemer moet er zelf voor zorgen bevoegd en bekwaam te blijven.
- De werkgever heeft een strategisch opleidingsplan. Het daarop gebaseerde jaarlijkse scholingsplan wordt in overleg met de ondernemingsraad opgesteld.
- De eerdere afspraak uit de LOAZ-afsprakenlijst over scholing- en opleidingsactiviteiten wordt opgenomen in bijlage M: “De umc’s wenden ten minste 3% van hun loonsom aan voor scholing- en opleidingsactiviteiten (exclusief verletkosten, inclusief bij- en nascholing) zowel afdelingsgebonden activiteiten als activiteiten in het kader van de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers.”
- In het jaargesprek wordt expliciet aandacht besteed aan de scholings- en ontwikkelingsbehoefte van de werknemer.
- Iedere werknemer heeft recht op en de plicht tot het volgen van scholingsactiviteiten zodat zijn deskundigheid en interne flexibiliteit worden bevorderd en zijn kansen op de arbeidsmarkt worden vergroot.
- De werkgever en de werknemer dragen er samen zorg voor dat de werknemer een meerjarig persoonlijk ontwikkelingsplan opstelt waarin de scholingsbehoefte wordt geconcretiseerd. Het gaat hierbij zowel om functiegerichte scholing als employabilitygerichte scholing.
- De werkgever stemt in met het uitvoeren van het individuele scholingsplan of geeft gemotiveerd aan waarom niet aan de scholingsbehoefte kan worden voldaan.
- De werknemer kan een beroep doen op de interne bezwaarschriftenprocedure umc’s (artikel 1.12 Cao UMC) indien hij het niet eens is met de afwijzing als hiervoor bedoeld.
- Artikel 3.1 lid 6 wordt naast scholing uitgebreid met ontwikkeling, waaronder congresbezoek. Inschrijving in RGS- en BIG-registers zijn essentieel voor de functie-uitoefening. Deze zijn wettelijk voorgeschreven en voor de vergoeding bestaan dekkende voorzieningen. In de cao wordt met RGS-register ook het RTS-register bedoeld.
- Cao-partijen maken afspraken over een limitatieve lijst van zorg gerelateerde (kwaliteits)registers (verplichte en niet-verplichte), waaronder van wetenschappelijke beroepsverenigingen, waarvan de inschrijvings- en opleidingskosten worden vergoed. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen opleidingskosten en kosten van inschrijving in het register. Uitgangspunt is dat inschrijving in (kwaliteits)registers en de daarbij behorende opleidingskosten worden vergoed indien dit volgens de werkgever bijdraagt aan het adequaat uitoefenen van de functie. Bij de opleidingskosten dient kritisch te worden bezien of en in hoeverre de verlangde opleidingen ook door de eigen opleidingsinstellingen van de umc’s worden verzorgd.
- Bij inschaling van leerlingen en professionals in opleiding wordt rekening gehouden met relevante werkervaring en mogelijk verkorte trajecten. Bij de inschaling van leerlingen is het niveau (leerjaar) bepalend en niet het cursusjaar.
- Bij inschaling van ziekenhuisapothekers, klinisch chemici, klinisch fysici en psychologen in opleiding wordt relevante werkervaring voor de functie in een vergelijkbare (ziekenhuis)functie of onderzoek meegeteld.
- Er zal geen eigen bijdrage worden gevraagd in de opleidingskosten voor de vervolgopleidingen van gz-psycholoog, klinische psychologie en klinische neuropsychologie.
- E-learning zal plaatsvinden in werktijd, waarbij vooraf de benodigde tijd zal worden vastgesteld.