2. Faire en evenwichtige beloning
Het betekenisvolle werk dat medewerkers in de umc’s doen en de passie voor patiënt, onderzoek en onderwijs moeten hand in hand gaan met een passende beloning en arbeidsvoorwaardenpakket. Het geheel van beloning en overige arbeidsvoorwaarden moet bijdragen aan het gegeven dat werken bij een umc aantrekkelijk is.
Gedifferentieerde maatregelen beloning
Er is vooral sprake van een achterstand tot beloning in de markt voor de middengroepen die werkzaam zijn in de patiëntenzorg. Het SER advies van 12 mei 2021 “Aan de slag voor de zorg” gaat hier nader op in.
Er is gepleit voor extra gelden van VWS en kabinet om de ongelijkheid tot de markt recht te zetten. Ook zijn hieromtrent meerdere Kamermoties aangenomen. Dit heeft geleid tot de toezegging van VWS van extra ova-ruimte van 1,13% bovenop de reguliere ova-ruimte voor 2022 als eerste stap in de reparatie van de achterstand.
Gekozen is om in deze cao een start te maken met de reparatie door gedifferentieerde aanpassingen van beloning door te voeren.
Deze gedifferentieerde uitwerking van beloning is verwerkt in een structurele salarisverhoging voor 2021, 2022 en 2023.
De hogere vergoedingen gelden voor de medewerkers die werkzaam zijn in de schalen 7 tot en met 10 in de functiefamilies Verzorging en Verpleging, Klinisch (mede) behandelen, Klinisch ondersteunen en Analytisch. Aan deze groep worden toegevoegd de doktersassistenten en verzorgenden in de directe patiëntenzorg. Dit wordt vormgegeven door een eigen regeling voor deze groep in een apart hoofdstuk van de Cao umc met eigen salarisschalen.
Er volgt een uitwerking van welke functies hiertoe worden gerekend, waartoe ook leidinggevenden zullen behoren gerelateerd aan deze functiefamilies (bij 50% of meer leidinggevende taken kan het zijn dat zij in de functiefamilie management zitten en dan gelden de bijzondere beloningsafspraken voor de middengroepen niet).
Structurele salarisverhoging voor middengroepen, incl. de toegevoegde functies, in vier functiefamilies
Salarisverhoging 2021
De salarissen worden per 1 augustus 2021 structureel verhoogd met 3,5 %. Deze salarisverhogingen over 2021 worden in januari 2022 met terugwerkende kracht uitbetaald.
Salarisverhoging 2022
De salarissen worden per 1 januari 2022 structureel verhoogd met 3,5%.
Aanpassing salarisschalen voor middengroepen, incl. de toegevoegde functies, in vier functiefamilies
- De schalen 5 en 6 worden toegevoegd aan de eigen salarisschalen van voornoemde groep. Bij schaal 6 wordt de huidige periodiek nul geschrapt, zodat deze start bij periodiek 1 (hernummerd naar 0).
- De schalen 7, 8 en 9 (voor verpleegkundigen schalen 7, 8a, 8b, 9a en 9b) voor voornoemde groep worden per 1 januari 2022 verlengd door toevoeging van twee extra periodieken aan de schalen. Medewerkers die op 1 januari 2022 één jaar of langer op het maximum van de schaal zitten, krijgen op 1 januari 2022 een periodieke verhoging en op 1 januari 2023 de tweede periodieke verhoging. Alle overige medewerkers van voornoemde groep ontvangen deze periodieke verhogingen op de voor hen geldende periodiekdatum.
- Schaal 10 start voor deze groep in periodiek 2 (hernummerd naar 0) en er komen aan het eind van de schaal 2 periodieken bij.
Bij medewerkers die aan het einde van hun schaal zitten en een (arbeidsmarkt)toelage hebben om de achterstand ten opzichte van de arbeidsmarkt te overbruggen wordt die arbeidsmarktoelage als volgt in het bruto maandsalaris ingebouwd:
- Indien het bedrag van deze toelage lager is dan het bedrag van de stijging door de toekenning van de eerste extra periodiek, vervalt de toelage.
- Indien het bedrag van de toelage hoger is dan de eerste extra periodiek maar lager dan de tweede extra periodiek wordt het verschil als nieuwe toelage vastgesteld en vervalt het na de toekenning van de tweede nieuwe periodiek.
- Als het bedrag van de toelage groter is dan de twee extra periodieken samen worden deze extra periodieken op 1 januari 2022 toegekend. Als daarna nog een bedrag aan toelage resteert, wordt dit bedrag als nieuwe toelage vastgesteld.
Aanpassing salaris van medewerkers die niet behoren tot de middengroepen van de vier functiefamilies
Salarisverhoging 2021
- De salarissen van deze medewerkers in de schaeln 1 tot en met 10 worden per 1 augustus 2021 structureel verhoogd met 2%, maar tenminste met € 75 bruto per maand (op voltijdbasis).
- De salarissen van deze medewerkers in de schalen 11 en hoger worden per 1 augustus 2021 structureel verhoogd met 1%, plus 1% met een maximum van € 46 per maand (1% van het bruto maandbedrag behorend bij schaal 11 periodiek 5).
Deze salarisverhogingen over 2021 worden in januari 2022 met terugwerkende kracht uitbetaald.
Salarisverhoging 2022
Vanaf 1 januari 2022 geldt een minimumloon van 14 euro bruto per uur.
- De salarissen van deze medewerkers in de schalen 1 tot en met 10 worden per 1 augustus 2022 structureel verhoogd met 2%, maar tenminste met € 61 bruto per maand (op voltijdbasis).
- De salarissen van deze medewerkers in de schalen 11 en hoger worden per 1 augustus 2022 structureel verhoogd met 1%, plus 1% met een maximum van € 46 per maand (1% van het bruto maandbedrag behorend bij schaal 11 periodiek 5).
Salarisverhoging 2023 voor alle medewerkers (middengroepen en overige)
Medio 2022 gaan partijen met elkaar in overleg over de loonsverhoging in 2023. Om de gestegen prijzen te compenseren bedraagt de loonsverhoging in 2023 minimaal de CPI-afgeleid 2022 (jaarmutatie) volgens de prinsjesdagraming 2022, waarbij we met elkaar kijken hoe we mogelijke knelpunten kunnen oplossen.
Voor de functiefamilies Verzorging en Verpleging, Klinisch (mede)behandelen, Klinisch Ondersteunen en Analytisch Personeel zal de ingangsdatum op 1 januari 2023 plaatsvinden.
Toelage bij onregelmatige diensten (TOD), bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten (BAD)
TOD
Voor de medewerkers die onregelmatige diensten draaien wordt de TOD niet langer berekend over maximaal het salaris van schaal 7, periodiek 10, maar wordt de TOD per 1 januari 2022 berekend op basis van het feitelijke salaris tot een maximum van reguliere schaal 10 periodiek 8. Per 1 januari 2023 wordt deze grondslag verder verhoogd naar eind reguliere schaal 10 (periodiek 12). Verder krijgen per 1-1-2022 ook medewerkers in schaal 11 die onregelmatige diensten draaien recht op TOD (met voornoemde maximale grondslagen).
Bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten
De beperking voor medewerkers t/m schaal 10 wordt opgeheven, daar ook medewerkers in hogere schalen BAD-diensten draaien. Wel gelden dezelfde berekeningsgrondslagen als voor de TOD. Net als bij de TOD hebben medewerkers tot en met schaal 11 recht op de toeslag over de gewerkte uren (artikel 4.7.4.2 lid 2).
Stagiaires
Vanaf 1 januari 2022 wordt de huidige regeling stagevergoeding uitgebreid en van toepassing op alle MBO-, HBO- en WO-opleidingen voor zover de stage een gestructureerd en verplicht onderdeel vormt van de studie en is gericht op de directe patiëntenzorg. Voorwaarde is dat stage langer dan 1 maand duurt (144 uur). De stagevergoeding geldt niet voor coassistenten.
Van groot belang is dat stagiaires kunnen rekenen op voldoende en kwalitatief hoogwaardige begeleiding tijdens de stage. Partijen zullen actief aandacht vragen in de verschillende umc’s om toe te zien op de kwaliteit en kwantiteit van de begeleiding.
Onderzoekers in opleiding (oio’s)
In artikel 2.4.4 lid 3 Cao umc wordt de passage “voor zover dat noodzakelijk is voor het afronden van de opleiding” vervangen door “indien de werknemer daarom verzoekt en voor zover dit verlof tijdens de opleiding wordt genoten”.
Artsen in opleiding tot specialist (aios)
Vanuit goed werkgeverschap wordt het niet wenselijk geacht dat gedurende de opleiding aios telkens van werkgever moeten wisselen, waarbij er sprake is van verschillende arbeidsvoorwaarden. Verplicht wisselen van werkgever kan worden voorkomen door middel van detachering. De financieringsstructuur vanuit het Opleidingsfonds, waarbij drie verschillende tarieven gelden, is mede oorzaak van het wisselend werkgeverschap. De NFU is bereid zich in te spannen om in het BOLS afspraken te maken met de NVZ over detachering vanuit umc of algemeen ziekenhuis, vanuit goed werkgeverschap en verlichting van administratieve lasten en bureaucratie.
Overige (kosten)vergoedingen
Thuiswerkvergoedingen
Naast lokaal al geboden tijdelijke faciliteiten (apparatuur en meubilair) ten behoeve van corona-gerelateerd verplicht thuiswerken, wordt per 1 januari 2022 een thuiswerkvergoeding ingevoerd van € 2 netto per thuiswerkdag.
Bijdrage premie 3e WW-jaar:
Gedurende de looptijd van deze cao zal geen premie bij de werknemer worden ingehouden voor reparatie van het 3e WW-/WG jaar.
Reiskosten aios
Aios zijn in het kader van hun opleiding genoodzaakt soms enige tijd in een andere regio te werken dan waar zij wonen. Aios ontvangen de maximaal fiscaal onbelast toegestane reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer voor de periode dat zij verplicht in een umc hun opleiding volgen.
Afronding LOAZ afspraak beloningsstructuur ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici
Per 1 januari 2022 wordt een apart hoofdstuk 14A in de cao opgenomen met specifieke afspraken voor ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici, waarbij de volgende afspraken worden opgenomen:
- Aanhechting professionele statuten passend binnen de verhoudingen in de umc’s.
- Regeling Inconveniëntentoeslagen conform (artikel 3.3.2 van de) de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten bij de Cao Ziekenhuizen (versie 1-4-2019 - 1-7-2021).
- Medewerker kan in aanmerking komen voor managementtoelage en opleiderstoelage.
- Op verzoek van de ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus en klinisch fysicus zal een arbeidsduur van gemiddeld 40 uur per week worden overeengekomen, indien werkzaamheden niet passen binnen 36-urige werkweek en deze uren aantoonbaar gewerkt worden.
- Een functie-gebonden budget in lijn met artikel 15.9.1.
- Jaarlijks ten hoogste 10 studiedagen conform het bepaalde in artikel 15.9.2.
Afronding studie modernisering hoofdstuk 15
Eind 2019 en begin 2020 is stilgestaan, in een paritair samengestelde klankbordgroep, bij hoofdstuk 15 voor academisch medisch specialisten. De gezamenlijke conclusie is dat het huidige hoofdstuk op bepaalde onderdelen gemoderniseerd dient te worden om beter aan te sluiten bij de praktijk. De volgende thema’s komen in ieder geval in aanmerking voor uitwerking in de nieuwe cao:
- arbeidsverhoudingen
- arbeidsvoorwaarden
- positionering
- arbeidsomstandigheden.
In de studie kan ook worden betrokken:
- perspectief van de jonge dokter
- levensfasenbeleid.
Op basis van het voorwerk wordt tussen betrokken partijen vóór uiterlijk 1 juli 2022 tot nadere afspraken gekomen over modernisering van hoofdstuk 15, waarbij ook afspraken worden gemaakt over de invoeringsdatum. De resultaten van de LOAZ-werkgroep zullen worden voorgelegd aan het LOAZ.