Open en informele sfeer tijdens ontmoeting tussen Kamerleden en umc’s
Passende zorg en een gezonde samenleving stonden centraal tijdens de interactieve kennissessie met Tweede Kamerleden, die op donderdag 31 januari plaatsvond in Nieuwspoort. Maar ook andere thema’s als gezondheidsverschillen, concentratie van zorg en digitalisering kwamen aan de orde tijdens deze inhoudelijke en informele sessie. “Het is een uitdaging om de zorg in de toekomst beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden. Daarin spelen we als gezamenlijke umc’s een belangrijke rol.”
De umc’s van Nederland nodigden de Tweede Kamerleden en beleidsmedewerkers uit voor een interactieve kennissessie, om met hen van gedachten te wisselen over actuele thema’s in de zorg.
Bertine Lahuis, voorzitter van de NFU, gaf een inleiding op de kerntaken van de umc’s en de maatschappelijke opgaven waaraan de umc’s bijdragen. “We bevinden ons in een spannend tijdsgewricht, niet alleen in de politiek. Ook in de zorg speelt er veel. Het is een uitdaging om zorg in de toekomst beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden. Daarin spelen we als gezamenlijke umc’s een belangrijke rol. En we delen onze kennis graag met de maatschappij en met u als politici.”
Stef Kremers, hoogleraar Gezondheidsbevordering in het MUMC+, en Karien Stronks, hoogleraar Sociale Geneeskunde in het Amsterdam UMC, gaven een inleiding op de gezonde samenleving en de rol van preventie. Kremers legde uit wat preventie precies behelst: “De afgelopen eeuw is de levensverwachting van Nederlanders flink verhoogd, met dank aan bijvoorbeeld vaccinaties, een schonere lucht en de aanleg van het riool. Maar ook de preventie op individueel niveau is belangrijk: mensen helpen gezond te leven, door bijvoorbeeld ondersteuning bij het stoppen met roken of aanleren van een gezond voedingspatroon.”
Karien Stronks vertelde dat, hoewel de gemiddelde levensverwachting van Nederlanders flink is gestegen, de gezondheidsverschillen tussen mensen met een hogere en lagere sociaaleconomische status (SES) juist groter worden. “Tussen praktisch opgeleiden en theoretisch opgeleiden is het verschil in levensverwachting 6 à 7 jaar. Voor de jaren in goede gezondheid is dit verschil nog veel groter, zo’n 20 jaar. Dit betekent bijvoorbeeld dat iemand met een praktische opleiding rond z’n vijftigste de eerste gezondheidsklachten krijgt, bij theoretisch opgeleiden is dit rond de 70 jaar.” Het is volgens Stronks belangrijk dat preventie zich richt op het verlengen van de gezonde jaren van alle groepen Nederlanders. “Dat leidt uiteindelijk tot een verlaging van de zorgkosten.”
Beide hoogleraren geven aan dat de toekomst van preventie, wat hen betreft, niet ligt in de individuele aanpak, maar in het creëren van gezonde omgevingen. “Mensen moeten uitgedaagd worden om gezond te leven.”
Passende zorg
Jan Kremer, hoogleraar Passende Zorg in het Radboudumc en speciaal gezant Passende Zorg, nam daarna het stokje over door te vertellen over passende zorg. Hij gaf aan dat de samenleving voor een grote en belangrijke vraag staat: hoe gaan we ervoor zorgen dat we passend voor elkaar gaan zorgen in een samenleving waarin steeds meer kan? “Er komt een enorme vergrijzing aan, die cijfers zijn indrukwekkend. Hoe kunnen we voor deze mensen zorgen, terwijl er tegelijkertijd een groot personeelstekort in de zorg is?” Passende zorg is daarin een belangrijke ontwikkeling: door bijvoorbeeld de vraag te stellen of alles was kan ook echt moet.
Kremer gaf een voorbeeld van een hoogleraar geriatrie, die opmerkte dat er opvallend veel aortaklepvervangingen werden gedaan bij ouderen, terwijl de vraag was of dit de patiënt écht hielp. De geriater zette een project op, waarbij bij iedere indicatie een gesprek plaatsvond tussen de cardioloog, geriater, patiënt en mantelzorgers om te bepalen of de ingreep moest plaatsvinden. Resultaat van het project was dat er 25% minder vervangingen plaatsvonden. “Het is belangrijk dat we dit soort koplopers in de zorg geen strobreed in de weg leggen om de zorg te veranderen. Het is belangrijk om het zorgstelsel daarop in te richten.” Aan de aanwezige politici deed hij de oproep: “Het is goed om in gesprek te gaan met uw kiezers over welke zorg we kunnen blijven leveren. We moeten niet iets beloven dat we niet waar kunnen maken.”
Laten we losse initiatieven bij elkaar brengen en samen zorgen voor veilige en passende zorg.
Carl Moons, hoogleraar Klinische Epidemiologie in het UMC Utrecht gaf vervolgens aan hoe Artificial Intelligence (AI) een belangrijke rol kan spelen in de invulling van passende zorg. Voorbeelden zijn er genoeg: “We hebben het niet alleen over implantaten en pacemakers, maar ook aan beeldvorming, ECG-analyse, wearables, biomarkers als de Covid-test en apps op onze telefoon.”
AI speelt daarin een steeds grotere rol. “We kunnen hoog en laag springen, maar AI is here to stay. Dat wil niet zeggen dat we het overal op moeten loslaten, we moeten dit goed reguleren.” Hij deed een oproep aan de aanwezige politici: “Het is belangrijk dat we meer investeren in medische technologie en innovatie. Als sector moeten we gezamenlijk optrekken, er zijn zoveel losse initiatieven. Laten we het bij elkaar brengen en samen zorgen voor veilige en passende zorg.”
Gegevensuitwisseling
Bertine Lahuis wees de aanwezigen op het belang van het akkoord Gegevensuitwisseling in de Zorg, dat ruim een week geleden werd ondertekend door veel zorgpartijen. “We zijn het er samen over eens dat dit een belangrijk akkoord is, maar voor een goede uitvoering is ook geld nodig.” In dit akkoord speelt het initiatief Cumuluz een belangrijke rol. “Hiermee kunnen we alle bronsystemen aan elkaar koppelen. Zie het, als analogie naar preventie, als een digitale riolering. Daarmee maken we de zorg een stuk beter.”
Na de bijeenkomst was er nog gelegenheid om na te praten over inhoudelijke thema’s. De Kamerleden en beleidsmedewerkers hadden uiteenlopende vragen en er werd veel kennis en inspiratie uitgewisseld. Daarbij kwam ook vanuit meerdere kanten het verzoek om vaker dergelijke sessies te organiseren.