Patiënten met beweegklachten beter geholpen door het Beweeghuis
In het Beweeghuis werken medisch specialisten van het Maastricht UMC+, huisartsen, fysiotherapeuten en beweegcoaches samen om laagdrempelige zorg te verlenen aan patiënten met beweegklachten. Door deze innovatieve netwerkaanpak kunnen patiënten met klachten aan hun bewegingsapparaat sneller en efficiënter worden geholpen. Orthopedisch chirurg Tim Boymans en huisarts Jonas Göbbels vertellen over het succes van het Beweeghuis: “De kracht van het beweegadvies zit in eenduidige herhaling door álle betrokken zorgprofessionals.”
De juiste zorg op de juiste plek. Geen onnodige behandelingen in de tweede of derde lijn en een toegankelijke poli waar patiënten snel terecht kunnen. Dat is het uitgangspunt van het Beweeghuis in de regio Maastricht-Heuvelland.
Tim Boymans, orthopedisch chirurg in het Maastricht UMC+ en medisch directeur van het Beweeghuis, stond een aantal jaren geleden mede aan de wieg van het initiatief. “Ons umc heeft een bijzondere positie in de regio, we zijn een academisch ziekenhuis, maar ook het enige streekziekenhuis in de stad en omstreken. We merkten dat we veel patiënten met beweegklachten kregen, die eigenlijk niet thuishoorden in een umc. Vaak hoefde er geen fancy scan of operatie te worden verricht, maar moesten patiënten meer gaan bewegen.”
Netwerken
De orthopeden bedachten dat het ideaal zou zijn als ze de laagcomplexe zorg buiten het ziekenhuis konden laten plaatsvinden. ”In de Stadspoli in Maastricht vond al een tijdje 1½e lijnszorg plaats; daarbij kijkt een medisch specialist op verzoek van de huisarts eenmalig mee. “Dit leek ons een mooie plek om de zorg dichterbij huis, buiten ons umc te geven.” Tegelijkertijd maakten de fysiotherapeuten in de regio een professionaliseringsslag; er ontstonden netwerken rondom bijvoorbeeld knieklachten of schouderklachten. Daardoor werd ook de samenwerking met de huisartsen en orthopeden intensiever. Na veel overleggen ontstond uiteindelijk het Beweeghuis; een samenwerking tussen de orthopedisch chirurgen, huisartsen, fysiotherapeuten én beweegcoaches van Maastricht Sport. De beweegcoaches kunnen ervoor zorgen dat patiënten op een laagdrempelige manier kunnen gaan bewegen.
Jonas Göbbels, huisarts in Maastricht en medisch bestuurder bij zorggroep ZIO, merkt dat er bij zijn patiënten regelmatig angst is om meer te gaan bewegen. “Ze schamen zich voor bijvoorbeeld hun overgewicht, durven niet naar een sportschool of sportclub te gaan. Of er spelen geldzorgen. Bij Maastricht Sport kunnen patiënten kosteloos deelnemen aan het Beweeg Bewust programma. Dit programma is speciaal ontworpen zodat ook mensen met een beperking of lichamelijke klachten kunnen deelnemen.”

Protocollen
De patiënt met bewegingsklachten komt altijd als eerste bij de huisarts of fysiotherapeut. Deze verricht onderzoek en kan de patiënt doorverwijzen naar het Beweeghuis. Hier volgt een consult met de orthopedisch chirurg. Boymans: “Ik heb daarvoor twintig minuten de tijd, wat voor een medisch specialist aan de ruime kant is. Daardoor heb ik echt de tijd om te zien wie er voor mij zit en kan ik mijn adviezen afstemmen op de persoonlijke omstandigheden van de patiënt.”
Als blijkt dat er vervolgonderzoek of behandeling nodig is, krijgt de patiënt een doorverwijzing naar een ziekenhuis of kliniek in de regio. Voor complexere gevallen gaat hij naar het MUMC+. “Maar in het overgrote deel van de gevallen is dit niet nodig. Deze mensen hebben meer aan een goed (beweeg)advies.”
Het Beweeghuis heeft met alle aangesloten zorgverleners duidelijke afspraken gemaakt. Boymans: “We hebben protocollen opgesteld voor het stellen van de diagnose, wanneer en naar wie we doorverwijzen én welke informatie we de patiënt geven. In het verleden kreeg ik weleens een patiënt op de poli die zei: ‘Volgens de fysio moet er zo snel mogelijk een scan worden gemaakt.’ Dan is het lastig om aan te geven dat dit niet nodig is.”
Vastlopende rotonde
Het Beweeghuis zorgt er niet alleen voor dat er geen onnodige zorg plaatsvindt in de tweede en derde lijn, het ontlast ook de huisartsen in de regio. Göbbels: “Voor sommige specialismen zijn er lange wachtlijsten. Tijdens die wachttijd blijven mensen rondlopen met klachten. Patiënten komen dan regelmatig bij de huisarts terug op het spreekuur, terwijl we weinig kunnen doen. Dat is, als het ware, een vastlopende rotonde. Ik merk dat het Beweeghuis bijdraagt aan een oplossing voor dit probleem.”
Ook de patiënten geven in onderzoeken aan dat zij erg tevreden zijn. “Ze kunnen snel terecht én deze vorm van netwerkzorg wordt niet wordt gezien als tweedelijnszorg, dus het eigen risico wordt niet aangesproken. Daarnaast is de Stadspoli een omgeving die niet zo klinisch is, patiënten vinden dit heel erg prettig.”
Tegelijkertijd lukt het niet altijd om alle patiënten door te geleiden; bewegen is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Gobbels: “Voor de groep met een lage sociaaleconomische positie is het traject soms te ingewikkeld. Ook voor mensen met een andere culturele achtergrond is bewegen niet altijd gebruikelijk. “Maar ook voor deze groepen komt er steeds meer aanbod vanuit Maastricht Sport.”
Onderzoek
Het Beweeghuis is dus al een succes, maar wordt voortdurend verder ontwikkeld. Boymans: “We doen vanuit het MUMC+ onderzoek naar netwerkgeneeskunde; wat werkt wel en wat niet? Wat zijn de werkzame ingrediënten van een dergelijke samenwerking? Daarvoor heb je echt de academische kennis en kunde nodig. We willen een blauwdruk ontwikkelen, zodat ook andere zorgverleners hiermee aan de slag kunnen. Ook dat is innoveren.”
Göbbels: “Je kunt je voorstellen dat je dit model ook kunt gebruiken voor bijvoorbeeld patiënten met hartfalen of diabetes; ook voor hen is beweging heel belangrijk.” Als huisarts zou hij blij zijn met een eenvoudig instroommodel voor dit soort netwerkzorg. “Het is hard nodig, met alle uitdagingen die op de zorg afkomen.”