Universiteiten en universitair medische centra positief over coalitieakkoord
Ruimte voor studentenwelzijn, kwaliteit van onderwijs en onderzoek, het verlagen van de werkdruk en bijdrage aan de toekomst van Nederland
De universiteiten en de universitair medische centra (umc’s) van Nederland zijn verheugd over de stevige investeringen in onderwijs, onderzoek en impact. Pieter Duisenberg, voorzitter van Vereniging Universiteiten van Nederland: “Goed nieuws voor studenten en medewerkers dat het nieuwe kabinet gehoor geeft aan onze oproep om flink te investeren. Dit akkoord lijkt universiteiten en umc’s de ruimte te bieden om de basis weer op orde te brengen en zo bij te dragen aan oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen waar de samenleving voor staat. Zoals klimaat, het lerarentekort en digitalisering.” Margriet Schneider, voorzitter Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): “We kunnen nu meer investeren in onder andere fundamenteel medisch wetenschappelijk onderzoek, translationeel onderzoek en langlopende programma’s, bijvoorbeeld op het gebied van preventie. Met de versterking van ons onderwijs en wetenschap komen we tot nieuwe inzichten die bijdragen aan gezondheidswinst voor iedereen in Nederland. Ook versterken deze investeringen de positie van Nederland als kennisland.”
De structurele en langjarige investeringen die het nieuwe kabinet vandaag heeft gepresenteerd zullen bijdragen aan een grotere voorspelbaarheid van de bekostiging en een betere verhouding tussen de eerste en tweede geldstroom, het verlagen van de werkdruk en ruimte bieden aan talent. Het gaat daarbij om: een onderzoeksfonds, investeringen in vervolgopleidingen/onderzoek en een verhoging van het kennisdeel van het Groeifonds (zie hieronder).
De komende tijd gaan de universiteiten en de umc’s graag met het nieuwe kabinet in gesprek over de uitwerking van het coalitieakkoord. Het nieuwe kabinet draagt bij aan het oplossen van knelpunten in onze sector en erkent de belangrijke rol die universiteiten spelen in de samenleving. In deze gesprekken willen wij stilstaan bij de geconstateerde knelpunten zoals de disbalans tussen onderwijs en onderzoek en de enorme studentengroei. Duisenberg: “Voor een toekomstbestendig stelsel is een nieuwe langetermijnvisie op talent nodig. Er is immers een grote vraag uit de samenleving naar universitair talent en academische opleidingen in Nederland, in Europa en in de rest van de wereld. Maar de huidige groei in studentenaantallen legt een te grote druk op de kwaliteit van het onderwijs en de werkdruk van onze medewerkers. Daartoe is het nodig het taboe dat er ligt op het beperken van de instroom te doorbreken. We gaan hierover graag met onze studenten en medewerkers, de hogescholen en de nieuwe minister van OCW in gesprek.”
Bij de inzet van middelen denken de universiteiten aan de volgende maatregelen:
- De basis op orde brengen begint bij het oplossen van eerder geconstateerde knelpunten, zoals het verlagen van de werkdruk, inzetten op ongebonden onderzoek en een lagere aanvraagdruk.
- Met de andere deelnemers in de Kenniscoalitie geven we invulling aan de investeringsagenda die leidt naar het behalen van de Lissabondoelstellingen door investeringen in wetenschap en innovatie ter hoogte van 3% bbp.
- De universiteiten zetten hoe dan ook, voortbouwend op de afspraken in de cao, meer tijdelijke contracten om naar vast, en gaan daarvoor door op de ingeslagen weg van risicovoller begroten. Universiteiten zetten op korte termijn waar nodig instrumenten in voor beheersing van de instroom, in afwachting van het door het kabinet aangekondigde instrumentarium.
- Het nationale HR-programma voor de wetenschap Erkennen en Waarderen zetten wij door.
Het kabinet investeert in de universiteiten met:
- 5 miljard in 10 jaar voor een onderzoeksfonds: Voor een nog op te richten fonds voor onderzoek en wetenschap wordt incidenteel 5 miljard euro gereserveerd met als doel het inhalen van achtergebleven investeringen in onderzoek en verdere versterking van de onderzoeksinfrastructuur. Deze middelen worden ook ingezet voor het versterken van de kwaliteit van hoger onderwijs en wetenschap, verlagen van de werkdruk en ruimte voor ongebonden onderzoek.
- 700 miljoen voor vervolgopleidingen/onderzoek, waaronder voor het verlagen van de werkdruk, het investeren in ongebonden onderzoek en ontwikkeling, het verbeteren van studentenwelzijn, het stimuleren van arbeidsmarkt relevante beroepsopleidingen en schakelprogramma’s, een betere balans tussen eerste en tweede geldstroom, en het garanderen van een dekkend en passend aanbod van kleine studies.
- 6,7 miljard t/m 2028 voor onderzoek en innovatie in het Groeifonds: Het budget voor de pijlers kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie worden verhoogd met incidenteel 6,7 miljard euro verspreid over de jaren tot en met 2028.