Wetenschappelijke NFU-commissie geeft aanbevelingen voor versterken kennisinfrastructuur rondom preventie
Hoe kunnen we de kennisfrastructuur rondom preventie versterken? Dat is de vraag waarover de wetenschappelijke NFU-commissie Preventie zich heeft gebogen. Aanleiding voor deze vraag was de wens van de NFU om de implementatie van preventie in de praktijk te versnellen. De commissie komt nu met een aantal aanbevelingen in de paper De versterking van de kennisinfrastrucuur rondom preventie. Handreiking: analyse en aanbevelingen.
Om tot aanbevelingen te komen, maakte de commissie een analyse van de kennisinfrastructuur rondom preventie, met de focus op de transfer- en implementatiefase van kennis. De stappen in deze fasen zijn over het algemeen: het samenbrengen van kennis, de integratie van kennis in richtlijnen voor uitvoering van de publieke preventie, integratie van kennis in het onderwijs, verankering in professioneel handelen in de publieke gezondheidszorg en het monitoren van effecten.
Voor iedere stap zijn de knelpunten beschreven, en werd de rol van de umc’s benoemd. Vanuit deze analyse worden er aanbevelingen gedaan over hoe deze rol kan worden versterkt.
De commissie komt tot de volgende aanbevelingen:
- Organiseer het proces van kennisbundeling op preventie en richtlijnen meer systematisch.
Zo bevorderen we dat richtlijnen programmatisch worden ontwikkeld en wetenschappelijke kennis op het gebied van preventie systematisch in de praktijk wordt geïntegreerd. Een op te richten onafhankelijk (virtueel) wetenschappelijk instituut zou hierin kunnen voorzien. - Veranker regionale leerwerkplaatsen en bed de opleiding tot artsen in de publieke gezondheidszorg (Arts M+G) in de academie in.
Zo bevorderen we dat de publieke gezondheidszorg haar handelen op het best mogelijke wetenschappelijke bewijs baseert. - Lopende initiatieven voor de ontwikkeling van data-infrastructuren moeten populatiegegevens omvatten. Het gaat hierbij om zowel het medisch als het sociaal domein, met integratie van de bestaande cohorstudies.
Zo kunnen we de implementatie van preventie en de effecten op de gezondheidsuitkomsten beter monitoren.
Vervolgtraject
Juist nu preventie de aankomende jaren grote uitdagingen kent, is het belangrijk om hier gezamenlijk stappen in te zetten. Bijvoorbeeld door deze inzichten mee te nemen in lopende trajecten, zoals het (door ZonMw gefinancierde) traject rondom de ‘Versterking kennisinfrastructuur gezondheidsbevordering en preventie’. Daarin werken GGD’en, Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid, Coalitie Leefstijl in de zorg en landelijke kennispartijen RIVM, GGD GHOR, en VNG samen.
De inzichten worden ook meegenomen in de curriculumontwikkelingen, specifiek voor de Arts M+G-opleiding.
Karien Stronks, voorzitter van de wetenschappelijke NFU Commissie Preventie en hoogleraar Publieke Gezondheid aan het Amsterdam UMC: "We zijn erg benieuwd naar de reacties van andere partijen op deze analyse en naar hun ideeën om samen te werken aan de uitvoering van deze adviezen. Op die manier willen we ons inzetten om de bestaande kennis op het terrein van preventie beter te bundelen en te gebruiken om Nederland gezonder te maken.”