Het UMC Groningen heeft als eerste umc de snelle toets voor de IZA-transformatiemiddelen positief doorlopen. In het programma Beweegzorg Noord wil het ziekenhuis, samen met veel eerste- en tweedelijnspartners in de regio, de zorg voor artrosepatiënten stroomlijnen en verbeteren. “Met een verdubbeling van artrosepatiënten in 2040 moeten we de zorg echt anders gaan organiseren.”

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) bestaat één jaar. In dat jaar zijn veel samenwerkingen opgestart en overleggen gevoerd. Welke resultaten zijn er al geboekt? In een serie van drie interviews laten we zien wat er in en vanuit de umc’s gebeurt rondom het IZA.

Het was in de Corona-periode dat de orthopedische zorg in Groningen vastliep. De OK-teams moesten bijspringen op de ic’s en de orthopeden konden alleen de hoogstnoodzakelijke operaties plannen. “De wachtlijsten werden steeds langer”, vertelt prof.dr. Paul Jutte, hoogleraar Orthopedie in het UMCG. “We hebben met alle orthopeden uit de regio gekeken hoe we de patiënten op de wachtlijst tóch konden helpen. Voor de meest urgente gevallen konden we gezamenlijk OK-capaciteit regelen, maar voor een grote groep gold dat niet.”

Rond die tijd kwamen er nieuwe onderzoeksresultaten uit Denemarken, van het programma Good Life with ostheoArthritis in Denmark (GLA:D®). Dit programma bestaat uit meerdere zorgpaden, waarin patiënten gestructureerd begeleiding krijgen in de eerste lijn, met individuele beweegtherapie en leefstijladviezen. “Hierdoor kon de gewrichtsvervangende operatie worden uitgesteld en gingen patiënten die uiteindelijk toch geopereerd moesten worden gezonder het operatietraject in”, vertelt Jutte.



De orthopeden raakten geïnspireerd en onderzochten of er in Nederland al dergelijke behandelprogramma’s bestonden. “Dat bleek zo te zijn in de buurt van Alkmaar en in Eindhoven. Maar iedere regio had net een andere aanpak.”

Eigen programma

Omdat de samenwerking met de eerste lijn cruciaal is, zochten Jutte en zijn collega’s in de loop van 2020 contact met de huisartsen en fysiotherapeuten. Ook Hugo Ouwendijk, regioadviseur bij het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fyiotherapie (KNGF) werd bij de plannen betrokken. “We kwamen al snel tot de conclusie dat we het GLA:D-programma niet letterlijk wilden overnemen”, zegt hij. “Het paste niet bij onze richtlijnen en inrichting van de zorg in Nederland. In overleg met alle partijen hebben we een eigen programma ontwikkeld.”

Groepsfoto van de partijen die meewerken aan Beweegzorg Noord.

Stepped Care

Het uitgangspunt van Beweegzorg Noord is de stepped care-benadering. Patiënten die met artroseklachten bij huisarts of fysiotherapeut komen, krijgen in eerste instantie adviezen mee over bewegen en leefstijl. Daarvoor zijn een app en website ontwikkeld. Daarnaast starten ze met een beweegprogramma van zestien groepsbijeenkomsten. Tijdens de eerste bijeenkomsten krijgen de patiënten voorlichting over de aandoening artrose en de invloed van een gezonde leefstijl. “We hebben bewust gekozen voor groepsbijeenkomsten, omdat patiënten elkaar kunnen motiveren. Ze geven elkaar tips en er ontstaan spontaan wandelgroepen”, aldus Jutte.

Minder werk

Deze interventie moet er uiteindelijk voor zorgen dat een operatie kan worden uitgesteld en soms helemaal niet meer nodig is. Dat zou betekenen dat de orthopeden minder werk krijgen. Is dat geen probleem voor de ziekenhuizen? “Dat verwachten we niet”, zegt Jutte. “Orthopeden hebben veel liever een gerichte doorverwijzing, waarbij zij weten dat alle andere behandelopties al ingezet zijn. Voorheen kregen we op één dag een patient die bij de huisarts al een spuit in een gewricht had gekregen, een tweede had al een uitgebreid oefentraject doorlopen bij de fysio en een derde was zonder behandeling meteen ingestuurd.” Ouwendijk: “Grote winst van deze aanpak is dat alle zorgverleners dezelfde taal spreken. Iedere patient met artrose volgt hetzelfde zorgpad, er is veel minder variatie in de behandeling.”



Jutte benadrukt dat de wachtlijsten de komende jaren alleen maar gaan groeien: het aantal artrosepatiënten zal de komende twintig jaar verdubbelen van 1,5 naar 3 miljoen. “We moeten de zorg dus wel anders organiseren.”

Struikelblok

De afgelopen jaren liep er een aantal pilots, met verschillende patiëntengroepen. In juni 2022 is de intentieverklaring voor het project getekend. “De verzekeraars zijn heel coöperatief”, zegt Jutte. “Ze hebben een aantal onderdelen van het project voorgefinancierd en wilden flexibel omgaan met de voorwaarden van de financiering. Zo bieden wij zestien groepsbijeenkomsten in plaats van twaalf individuele behandelingen. Dat bleek voor de NZa een struikelblok, omdat we een andere prestatie leveren dan in eerste instantie is afgesproken. Daar werken we nu aan.”

Naast de reguliere zorgkosten heeft het project ook de nodige aanloop- en overheadkosten. Daarvoor zijn onder andere de IZA-Transformatiegelden aangevraagd. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor de app en website, de communicatie en coördinatie van alle samenwerkingspartijen. Ouwendijk: “Het project past heel mooi in het gedachtengoed van het IZA: preventie speelt een centrale rol en we hebben de regionale samenwerking opgezocht. Dit is het ultieme voorbeeld van passende zorg.”

Uitzoomen

Als het project eenmaal goed loopt, kan de werkwijze worden gekopieerd naar andere zorgpaden. “We denken bijvoorbeeld aan een beweegprogramma rondom lage rugpijn, schouderklachten en sportletsels.” Er is al veel interesse vanuit andere ziekenhuizen en de eerste lijn. Hun belangrijkste advies? Jutte: “Blijf alle partijen heel goed informeren en betrekken. Lachend: “En als ik één ding heb geleerd, is dat dit soort trajecten heel veel tijd kosten. Af en toe even uitzoomen kan geen kwaad. Dan weet je weer waarvoor je het doet.”